Kapel van Onze Lieve Vrouw in het zand: verschil tussen versies

Uit aarlerixtelwiki.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
Regel 65: Regel 65:
 
In 1667 wees kwartierschout [[Coenen van Zegenwerp]] de Kapel als school aan. Met goedkeuring van de Classis van Peel- en Kempenland. Dit ter voorkoming van Paepse superstitiën. Het andere deel van de kapel werd raadhuis. <ref>Boek: Aarle-Rixtel tussen 1648-1810 1988 blz 6</ref>  <ref>Historie van Aarle-Rixtel 1966 Merkelbach blz 6</ref> <br/>
 
In 1667 wees kwartierschout [[Coenen van Zegenwerp]] de Kapel als school aan. Met goedkeuring van de Classis van Peel- en Kempenland. Dit ter voorkoming van Paepse superstitiën. Het andere deel van de kapel werd raadhuis. <ref>Boek: Aarle-Rixtel tussen 1648-1810 1988 blz 6</ref>  <ref>Historie van Aarle-Rixtel 1966 Merkelbach blz 6</ref> <br/>
 
Als raadhuis werd het priesterkoorgedeelte gebruikt.<ref>Boek:de ronde van de brievengaarder. Heemkundekring Barthold van Heessel 2002 blz 10</ref> <br/>
 
Als raadhuis werd het priesterkoorgedeelte gebruikt.<ref>Boek:de ronde van de brievengaarder. Heemkundekring Barthold van Heessel 2002 blz 10</ref> <br/>
 +
Het schip werd schoolgebouw. Het was gescheiden van het raadhuis door een muur. <br/>
 +
In 1680 kreeg de raadkamer een schouw en er werd een horlogie in het torentje geplaatst. <ref>Historie van Aarle-Rixtel 1966 Merkelbach blz 6</ref>
 +
 +
  
Het schip werd schoolgebouw. Het was gescheiden van het raadhuis door een muur.
 
  
 
In de raadsvergadering van 22-2-1853 vraagt het rooms katholiek kerkbestuur via een brief aan de gemeente, of zij de kapel willen verkopen aan het kerkbestuur. <br/>
 
In de raadsvergadering van 22-2-1853 vraagt het rooms katholiek kerkbestuur via een brief aan de gemeente, of zij de kapel willen verkopen aan het kerkbestuur. <br/>

Huidige versie van 23 mrt 2024 om 14:57

Rooms-Katholieke kapel
Dorp: Aarle
Gebouwnaam: De kapel van Onze lieve vrouw in het zand / Onze Lieve Vrouwekapel
Bouwjaar: 1597.
Gebied: De Valken Dijk
Kadaster 1832: Sectie C perceel 206
Wijk B 163
Wijk B 201 na 1931
Bosscheweg 18 vanaf 1956

Geschiedenis

De kapel behoort tot de Parochie van Onze Lieve Vrouw presentatie van Aarle.
Reden van de bouw: verering van het Onze lieve vrouw beeldje / en Onze Lieve Vrouw de Maagd Maria zelf.

Houten wegkruis

In 1614 zegt een oude vrouw van 80 jaar, Sophia Aarts, dat zij als jong meisje van haar moeder heeft gehoord dat op de plaats waar de kapel nu staat (1614) daar voorheen een klein Mariabeeldje heeft gestaan, staande in een houten kruis. [1]
Naast deze vrouw van 80 hebben ook veel andere waardige mannen van ouder dan 60 jaar dit ook getuigd.
Dat betekent dat het houten wegkruis er al zeker voor 1534 moet hebben gestaan.

Houten wegkruis met tralies voor het beeldje

Er was eens een man die het beeld uit het houten wegkruis had gehaald en het in zijn huis had neergelegd met het gevaar dat de kinderen er mee zouden kunnen spelen.

God toonde dat hij het daar niet mee eens was door het huis van de man te plagen. De man kreeg angst en benauwenis en in zijn huis zijn geluiden en getier gehoord zodat niemand in dat huis kon rusten.

De man dacht dat hij deze plagen kreeg omdat hij het beeld van Onze lieve vrouw uit het wegkruis had gehaald. Zo werd hij gedwongen om het beeld terug te plaatsen en deze keer maakte hij ijzeren traliën voor het beeld zodat het niet meer weg gehaald kon worden. De plagen verdwenen direct uit zijn huis. [2]

Stenen kapel met een altaar

De buren van het houten wegkruis vonden dat god deze plaats uitverkoren had om Maria te aanbidden. De buren hebben met Christelycken ijver samen een steen oven gemaakt en een kleine kapel getimmert met een altaar er in. Dit is vastgelegd door de schepenen van Aarle: Willem / Gielean Michiels en Geraert Pauwels. En secretaris Hendrick Verbeeck. [3]

In de 80 jarige oorlog raakte de kapel in verval en werd een ruïne. Waarschijnlijk door de oorlogshandelingen en omdat het te gevaarlijk was om bedevaarten te houden tijdens de oorlog.

Rond 1614 legt Johannes Beuckelius vast, dat men het plan had om de veldkapel te slopen en met de materialen de kerk van Aarle wilde repareren. Als reactie hierop vonden er plaeghen ende straffinghe plaats in Aarle:
1 Joost Berthout brak het altaar van de kapel af, en werd ernstig ziek waarna hij snel overleed. [4]
2 Het paard van Klaas Peters (Claes Peeters) vervoerde de leien, zakte in elkaar en stierf.
3 Jan Bartens viel van de steiger en raakte zwaar gewond.
4 Antonius de Gruyter voegde de grond van de kapel bij zijn land en werd ziek en overleed.
5 Joost Berterums had ook stenen gehaald en vervoerd naar de kerk van Aarle, en is niet lang daarna ziek geworden. [5]
6 Lambrecht van Aerlen liet zijn zoon stenen van de kapel halen om zijn eigen huis te repareren, de volgende dag is hij getroffen in zijn tong en is stom geworden. En heeft nog steeds een slechte uitspraak zodat men hem moeilijk verstaat.

In het jaar 1596 zond god zijn engelen naar de plaats van de oude kapel. [6]

Peter Jelis was de Borgemeester van Aarle in 1596. Op een avond liep hij de kapel voorbij toen hij iets hoorde en stil stond.
Hij hoorde een gezang dat zo heerlijk was dat hij niet goed wist wat hij er van moest denken. Hij hoorde een lieflijke melodie en daarbij bellen klinken.
De volgende dag vertelde hij dit tegen zijn buren, die in de ochtend gingen kijken of het misschien wat anders was geweest. Maar ze zagen geen mens of dier. Niet lang hierna hoorde hij de gezangen weer. Het was hetzelfde gezang met dezelfde melodie.

In 1596 besluiten de bestuurders van Aarle om de vervallen veldkapel opnieuw te bouwen. Ze stelden ook twee goede mannen aan als Capelmeester.
De nieuwe Capelmeesters hebben meteen een inzamelingsactie gehouden in het dorp, om de kapel te kunnen herbouwen. Het bedrag bleek niet genoeg om alle kosten te kunnen dekken, maar toch begon men met de bouw in het jaar 1597 na Pasen. [7]

de tweede kapel

De bouw begon na Pasen 1597. Tijdens de herbouw heeft de vijand (de protestantse opstandelingen in de Nederlanden) grote moeite gedaan om de opbouw te beletten. Zeker tot 5 keren is door hen de kapel in opbouw beroofd. [8]

Nadat hij gereed was stroomde de pelgrims weer toe. Door de grote aantallen moest de kapel meteen weer vergroot worden.

In 1608 kon de kapel worden uitgebreid omdat de kapel verschillende schenkingen ontving. Er kwam een zuidelijke dwarsarm bij. Dit jaartal is nog te zien in de topgevel van de zijbeuk.

In 1614 zegt Bueckelius in zijn boek dat de kapel: wederom tweemael grooter gemackt is. [9]

1616 weer verbouwing en was daarmee klaar, de kapel werd door de bisschop Zoesius ingewijd.

In 1648 werd de kapel onteigend overgenomen door de protestanten, die werden ondersteund door de nieuwe protestante overheid. Katholieke diensten werden verboden.

In 1649 liet de rentmeester van de Geestelijke Goederen, Isaac Battem de sloten van de kapel veranderen. De slotenmaker durfde de oude sloten er echter niet af te slaan uit vrees voor de katholieken. [10]

In 1667 wees kwartierschout Coenen van Zegenwerp de Kapel als school aan. Met goedkeuring van de Classis van Peel- en Kempenland. Dit ter voorkoming van Paepse superstitiën. Het andere deel van de kapel werd raadhuis. [11] [12]
Als raadhuis werd het priesterkoorgedeelte gebruikt.[13]
Het schip werd schoolgebouw. Het was gescheiden van het raadhuis door een muur.
In 1680 kreeg de raadkamer een schouw en er werd een horlogie in het torentje geplaatst. [14]



In de raadsvergadering van 22-2-1853 vraagt het rooms katholiek kerkbestuur via een brief aan de gemeente, of zij de kapel willen verkopen aan het kerkbestuur.

De raad stemt in met het verzoek.

Er worden 3 mensen aangesteld om de kapel en de grond te taxeren. Het gaat om: Jan van Roij, timmerman. Johannes van Wetten, metselaar. Jan Gruijters, landbouwer. [15]

De raad besluit op 23 maart en 15 april 1853 de kapel te verkopen voor 290 gulden. De tekorten worden goed gemaakt door verkoop van broekgronden.

Omdat pastoor van Sambeek verzocht om de kapel weer te mogen gebruiken als kapel, werd er gezocht naar een andere locatie voor de school en raadhuis. Het kerkbestuur kocht de kapel voor 290 gulden van de gemeente in 1853. [16]

In oktober 1853 werd de kapel door de gemeente ontruimd.

In augustus 1854 werd met de restauratie begonnen. [17]

Nadat de restauratie voltooid was, werd de kapel op 19-5-1856 ingezegend door bisschop Johannes Zwijsen. Het mariabeeldje kwam van de nieuwe kerk naar de kapel terug. [18] [19]

In 1856 was het Klooster van onze lieve vrouw visitatie Mariëngaarde gereed dat tegen de kapel was gebouwd.

In de 19e eeuw was er een wachtruimte voor de nachtwacht.

Pastoor de Beer gaf in de jaren 1897-1906 de opdracht aan architectenbureau Cuypers in Roermond de opdracht om de kapel te verfraaien. Nieuwe glas in lood ramen, een nieuw wit zandstenen altaar, een nieuw eikenhouten troon voor het beeldje, een nieuw tongewelf (hiervoor had de kapel een zolderverdieping) en nieuwe muur beschilderingen. [20] In 1906 is het tableau boven de triomfboog beschilderd door een schilder van Cuypers. Het zijn twee groepen pelgrims op weg naar de kapel van Aarle. In het bovenste vak zie je Maria als gekroonde hemelkoningin met kindje jezus op schoot. Om haar heen een stralenkrans met engelenkopjes. Links en rechts van haar een aantal heiligen: Aloysius, Alphonsus en Dominicus ook Gertrudis, Brigitta en Rosa. Op linnen geschilderd dat op de muur gespannen is. In de binnenkant van de triomfboog staan figuren uit het oude testament: David, Salomon, Jacob, Abraham, Joseph en Mozes. In het glas in lood vinden we enkele simbolen: een kruis voor het geloof, het anker voor hoop, een roos staat voor liefde.

1905 werd een grote zijkapel / kinderkapel aangebouwd op de plaats van de rechter zijbeuk, voor de pensionaires.

Eind jaren 60 van de 20e eeuw werd de zijkapel weer afgebroken, en verlieten de zusters de kapel en gebruikten voortaan hun nieuwe ronde kapel.

1971 de kapel werd geheel gerestaureerd [21]

Rond 1991 waren de openingstijden: 8:30-19uur of 17uur. [22]

Op 9-5-2006 was er een Mariaconcert in de kapel om 19:00. Uitgevoerd door Kamerkoor Sine Domine. Rond 2006 werd ook in de kapel op elke woensdagavond om 19:00 het rozenhoedje gebeden. Er is ook een aantekenboek in de kapel, waar mensen hun moeilijkheden in kunnen opschrijven om ze aan Maria kenbaar te maken.

Het beeldje van Onze lieve vrouw

Ook genoemd: Onze lieve vrouw in het zand / het genadebeeldje / Mariabeeldje / het wonderbeeldje. / zetel der wijsheid
Materiaal: pijpaarde / pijpklei
Kleur: gepolychromeerd met goud en brons
Oorsprong: Het beeldje komt waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Het is een eenvoudig beeldje zoals er in die tijd wel meer voorkwamen. De herkomst van het beeldje is nog niet bekend, in de middeleeuwen werden meerdere van deze beeldjes gemaakt en gebruikt in de lage landen.
Afmetingen: ongeveer 20 cm hoog
Afbeelding: Maria in zittende houding
Constructie: bestaat uit 2 gegoten helften.
Locatie:
Het stond in het houten wegkruis tot de bouw van de eerste stenen kapel.

Daarna stond het beeld in de 2e kapel van 1597.

Na 1648 werd het beeld verplaatst naar de buitengevel van de kapel.

In 1798 schrijft Hanewinkel in zijn Reize door de Majorij det het Beeld voor eenige jaaren naar 's Hage is gevoerd.

Na 1672 werd het beeld verplaatst naar de nieuwe Schuurkerk.
Brock zegt in 1825: Maar wel voornaamlijk in de Kerkschuur, alwaar deszelfs Beeld nog word bewaard, [23]
1843 het beeldje is nog in de kerkschuur. [24]
Na 1846 ging het beeld naar de nieuwe Kerk van Aarle-Rixtel.

Op 19-5-1856 terug naar de kapel. Het beeld werd op een troon geplaatst. [25]

Het beeld staat in een zilveren schrijn. Gemaakt door edelsmid Brom uit Utrecht.

De polychromie is van 1917.

Het beeldje heeft ooit een rode mantel over een kleed van witte zijde gehad. Die is er in 1917 af gehaald. [26]

Het beeldje is gerestaureerd, bij deze restauratie is er een kopie van het beeldje gemaakt. Alphons Swinkels uit Sint Oedenrode heeft van deze kopie weer 20 kopieën gemaakt. Ook hiervan zijn weer kopieën gemaakt en zijn zo in veel Aarlese huiskamers beland. [27]

Tussen 1896 en 1906 heeft pastoor de Beer bij het bedrijf Cuypers in Roermond voor het beeld een houten troon laten maken.
Het is in gotische stijl en kwam midden in de kapel te staan met het beeldje er in. Tot 1951. Toen liet rector Cornelis Lucas Swinkels van Mariëngaarde een zilveren schrijn smeden door de broers Jan-Eloy Brom en Leo Brom zilversmeden in Utrecht.
In de jaren 60 van de 20e eeuw verdween de houten troon uit de kapel. Vanaf 1951 werd de zilveren schrijn meegedragen in de jaarlijkse mariastoet. Tekst op de voet van het zilveren schrijn: Bijeengebracht door de giften van vromen, kunstig uitgevoerd in edelsmeedwerk, is dit schrijn geplaatst in Aarle, waar Moeder dicht bij haar kinderen is. In het schrijn is een oorkonde opgeborgen die een opsomming bevat van de toenmalige geestelijk een wereldlijke leiders en een overzicht van van de politieke toestand in de wereld anno 1951. Het witmarmeren voetstuk is geschonken door een parochiaan.

Met pinksteren 1956 schonk Willem Sengers, rector van de zusters op de markt in Helmond 2 kroontjes voor het Mariabeeld, 1 voor Maria (pinksteren) de andere voor Jezus (8-12-1956). Bisschop Mutsaers verrichte de kroning. Beide kroontjes zijn gemaakt door de broers Brom in Utrecht. [28]

Maria bedevaartsoord

Aarle is een Maria bedevaartsoord.
Katholieken vereren het Mariabeeldje en worden wonderen aan het beeldje toegeschreven.
De Aarlese kapel was een van de bekendste bedevaartplaatsen in de Meierij. [29]
Op katholieke feestdagen vooral de dag: Maria Visitatie / Maria Bezoek op 2 juli werd de processie gehouden. Na 1969 is Maria Visitatie naar 31 mei verzet.[30]


Hoewel de kapel in 1648 in beslag was genomen door de nieuwe overheid gingen de bedevaarten naar de Kapel door.
Dit tot onvrede van de nieuwe protestantse regering. Door de kwartierschout werd er een landdrost aangesteld die hiertegen moest optreden. In 1651 kwam plaatsvervangend landdrost Werner van Keppelfox met 2 ruiters naar Aarle.

Ze treffen het volgende aan: meer dan duisend mensen met paternosters en boecxkens. Van Keppelfox probeerde de bedevaart te verstoren maar een bedevaartganger uit Helmond verhinderde dat. Een zekere Roelof Hendrick Jacobs. Dit voorval werd gerapporteerd bij de Raad van State. De Raad besloot dat de landdrost en zijn mannen 25 gulden zouden krijgen voor elke arrestatie die ze zouden kunnen maken in Aarle.

Ook na de omvorming van kapel tot raadhuis en school bleven de bedevaartgangers komen.
Een rapport uit 1671 door enkele predikanten zegt: Klachten over de Stouticheden des Pausdoms in den Quartiere van Peelant. Dicht by de wooninge van den E. predicant is staende een affgodische capelle, daer omme alle daegen grote superstitie gepleegt wort, soo met om te kruysen als andersins, comende aldaer meede veele anderen paepen.

1798: De bedevaartgangers zijn weer teruggekeerd. Ze zijn er 's avonds en overdags, ze kruipen op hun knieën rondjes om de kapel heen terwijl ze de gebeden: Pater-Noster en Ave-Maria bidden. [31]

de wonderbaarlijke genezingen

Rooms Katholieke Christenen geloven als je Maria aanbid in de Mariakapel in Aarle, dat Maria wonderen zal verrichten.
Wonder / Mirakel: (religie) door of met hulp van God verrichte handeling die de natuurkrachten te boven gaat. [32]

Voor meer informatie over de wonderen, lees het artikel over het boek Historien ende mirakelen gheschiet tot Aerlen by Helmont door het aenroepen van Ons L.Vrou of bekijk de wonderen in de lijst hieronder:

Lijst van de wonderbaarlijke genezingen door onze lieve vrouw in Aarle

Ex voto

In de kapel, vooraan rechts, naast de triomfboog, hangt een kleine vitrine. Hierin zitten ex votos, dat zijn voorwerpen die pelgrims hebben achtergelaten in de kapel om Maria te bedanken of een gunst te vragen. Ex Voto is Latijn voor: krachtens/volgens een gelofte.
In deze kapel zijn de ex voto vaak in de vorm van zilveren schildjes.
De meeste schildjes zijn tussen 1816 en 1935 geschonken.
Het oudste schildje is van 1667 en is geschonken door vrouwe Cecile Isabelle Gonzaga Prinses van het Heilige Roomse Rijk, Markiezin van Mantua en vrouwe van Helmond omdat ze gehuwd was met Edmond van Cortenbach heer van Helmond.
. Het schildje is 18x16 cm. Er staat op: Cecile Isabelle de Gonsague de Mantove Princesse DV St. Empire. Datering van het schildje: gekroonde boom (= 's Hertogenbosch XVII d), jaarletter A = 1676. en een bij (=Jacob Poos, 's Hertogenbosch vanaf 1647; Crooy nr 66). Ze vroeg in de kapel aan Maria waarschijnlijk om een zoon, want haar eerste kind was een dochter en haar tweede kind een zoon die vroeg overleed.

Het drieluik van Jacob Corneliszoon van Oostsanen

Het beschilderde houten drieluik is van 1518.
Gemaakt door: Jacob Corneliszoon van Oostsanen (1475-1533)
Madonnatriptiek
Het stelt voor: Maria met kind in een landschap en de portretten van de schenkers met hun beschermheiligen. Joris Sampsons, geknield op zijn bidstoel op het linker zijluik, en zijn echtgenote Engelke Coolen, in dezelfde houding op het rechter zijluik. Hun 7 kinderen staan rondom hen gegroepeerd. Een zoontje achter de vader met een rood kruisje, dat betekent dat hij overleden was. Een zoontje op het middenpaneel, genietend van de kersen, de vruchten van het paradijs. De nog in leven zijnde dochters achter de moeder. De hele familie verzameld rondom de heilige maagd Maria en het kindje Jezus. Moeder Engelke verwachtte haar achtste kind, vijf kinderen had ze al verloren. De patroonheilige van vader staat achter hem in een gewaad met banier, zwaard en schild; Sint Anna. Zingende, spelende en ,musicerende engeltjes. Het gele korenveld waarin de moeders van Bethlehem hun kinderen verborgen voor de soldaten van Herodes. De vlucht naar Egypte.
Uitleg: de vurige hoop van een echtpaar op een voorspoedige geboorte van een stamhouder. Echter er werd een meisje geboren. Dit meisje heeft zichzelf later bij laten schilderen op het drieluik.

Het drieluik dat nu in de kapel aanwezig is is een kopie.

Pastoor van Sleeuwen betaalde ooit een schuld die hij had aan een smid, met dit drieluik.

In 1948 werd er 48 duizend gulden geboden op dit schilderij. [33]
In 1973 was het schilderij voor restauratie elders [34]

Locatie:
Huis van de familie Sampsons in Den Bosch
Huis ter Smisse bij Engelke Sampsons getrouwd met Adriaan Eijnhouts
Aarlese pastoors hebben het drieluik uit Huize Tersmisse meegenomen naar de pastorieën die na Huize ter Smissen zijn gebruikt.
Pastoor van Sleeuwen betaalde met het drieluik een rekening die hij open had staan bij een smid. (pastoor van 1860-1892)
De smid
Zoon van de smid
De zoon van de smid schonk het later aan de Kapel
In 1999 is het origineel in eeuwigdurend bruikleen gegeven aan het museum voor religieuze kunsten in Uden. [35]

Kapelmeesters

Kapelmeesters / Capelmeesters

rond 1607 Joost Joost Reynders / Joest Joest Reijnders [36]
rond 1607 Adam Aerts (zijn weduwe vertelde Beuckelius over de geschiedenis van de kapel in 1614, toen was ze 80 jaar oud) [37]

Architectuur

Het is een eenschepig gebouw van drie traveeën met smaller en lager gesloten koor. [38]
In de noordarm met in en uitgezwenkte topgevel staat het jaartal 1608
In 1825 heeft het een spits torentje met een klok en uurwerk. [39] De diepe aanbouw aan de zuidzijde dateert uit 1893.
Er zijn rondboogvensters, steunberen, een leiendak en dakruiter.

Afbeeldingen

1 rond 1800 de kapel getekend door Hendrik Verhees.
2 Prent van Aug Sassen van de Kapel. De Kapel te Aarle-Rixtel toen ze dienstdeed als raadhuis 1856. naar schets van H. Donkers.
3 Tekening 1930 brabant collectie A13 / 420.11 Mari (2)
4 de Kapel te Aarle-Rixtel 1856 bogaerts AJ en A Sassen Brabant Collectie AB/420.11 Mari (1)

Literatuur

1 Eerwaarde heer Sengers
2 Bewerking van: Historien ende Mirakelen gheschiet tot Aerlen. door Martien Verberne.
3 boek: Een vermaerde capelle 2004 Martien Verberne.
4 Boek: Brabantia Mariana van Augustinus Wichmans witheer van Postel

Bronnen

  1. Boek: Historiën ende mirakelen 1614 blz 84 L
  2. Historiën ende Mirakelen 1614 blz 84 R
  3. Historiën ende Mirakelen 1614 blz 85 L
  4. Boek: Historien ende mirakelen 1614 blz 88L
  5. Boek: Historien ende mirakelen 1614 blz 88R
  6. Boek: Historien ende mirakelen 1614 blz 90L, 90R, 91L
  7. Boek: Historien ende mirakelen 1614 blz 92R
  8. Boek: Historien ende mirakelen 1614 blz 93R
  9. 1614 Historien ende mirakelen blz 86 L
  10. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel.Jean Coenen 1992 blz 88
  11. Boek: Aarle-Rixtel tussen 1648-1810 1988 blz 6
  12. Historie van Aarle-Rixtel 1966 Merkelbach blz 6
  13. Boek:de ronde van de brievengaarder. Heemkundekring Barthold van Heessel 2002 blz 10
  14. Historie van Aarle-Rixtel 1966 Merkelbach blz 6
  15. Boek:Het huis der gemeente 1855-1980. Jansen, Uitenbogaart 1980 blz 5
  16. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel.Jean Coenen 1992 blz 115,122
  17. Boek: een vermaerde capelle 2004 blz 9
  18. Boek: een vermaerde capelle 2004 blz 9
  19. Boek:Het huis der gemeente 1855-1980 Jansen en Uijtenbogaart 1980 blz 11
  20. Boek: Een vermaerde capelle 2004 blz 10
  21. Gemeentegids 1974 blz 63
  22. Parochiegids 1991 blz 19
  23. Boek: de stad en meierij van 's Hertogenbosch of derzelver beschrijving 1825 blz 169
  24. boek: nieuwe beschrijving van het bisdom den bosch 1843 1e afd 3e deel
  25. Boek:van Ricstelle tot Aarle_Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 123
  26. pelgrimsboekje van A.F. Fritsen uit 1908
  27. Boek: Een vermaerde capelle 2004 blz 12
  28. Boek: Een vermaerde capelle 2004 blz 14
  29. Boek: de stad en meierij van 's Hertogenbosch of derzelver beschrijving 1825 blz 169
  30. Boek: de stad en meierij van 's Hertogenbosch of derzelver beschrijving 1825 blz 169
  31. Boek: Reize door de Majorij van 's Hertogenbosch 1798 negende brief
  32. Woordenboek van Dale
  33. Boek:Het boek van Aarle-Rixtel 1983 blz 20
  34. Gemeentegids 1974 blz 63
  35. Boek: Een vermaerde capelle 2004 blz 17
  36. Boek:van Ricstelle tot Aarle_Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 53
  37. 1614 Historien ende mirakelen blz 120L
  38. Boek Aarle-Rixtel cultuurhistorische inventarisatie 1990 blz 80,81
  39. Boek: de stad en meierij van 's Hertogenbosch of derzelver beschrijving 1825 blz 169