Nachtwacht

Uit aarlerixtelwiki.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De nachtwacht in Aarle-Rixtel.

Geschiedenis

Om orde en veiligheid overdag te garanderen was er de veldwachter ( en voor 1800 was er de Vorster), voor de nacht was er een nachtwacht die ingedeeld was in rotten.
Hiervoor werd de gemeente in delen verdeeld, die men rotten noemde. De rotmeesters en hun medewerkers (rotgezellen) moesten de rotten beveiligen tegen bedelaars, dieven en brandstichters. Hiervoor werden inwoners van Aarle-Rixtel ingezet. Aan de kapel werd een wachthuis gebouwd één van de gemeenteraadsleden moesten om toerbeurt een avond wachtcommandant zijn. [1]

1751: 12 nieuwe brandemmers besteld bij schoenmaker Jan Willem Wolfs

1776: 12 nieuwe brandemmers besteld en 6 koperen handspuiten, 6 ladders met elk 11 sporten en 14 ijzeren brandhaken. [2]

Wanneer de brandklok luidde, moesten de rotgezellen direct met hun brandhaken komen. Er waren 14 brandhaken en enkele emmers beschikbaar.

In 1827 werd de eerste brandspuit aangeschaft, bediend door 8 personen, Jan van den Bogaard (smid), Jacobus Neervens (bakker), Antoon van de Ven (landbouwer), Willem Paulus Ceelen (haammaker). Deze personen waren brandmeesters 1e klas. 2e klasse waren: Gerit Pennings (landbouwer), Francis Gruijter (landbouwer), Mathijs van Rooij (timmerman), Jan Maas (touwslager).

Werken aan de wegen. Helpen bij de afbraak van de Rixtelse kerktoren in 1831.

In 1837 werd de dijk naar de Wolfsputten opgeknapt door de rotgezellen.

In 1842 werd een brandwacht opgezet naar aanleiding van de stadsbrand van Hamburg. Elke rot moest 3 personen leveren. Elke avond was er een patrouille vanaf 10uur vanuit het wachthuis aan de kapel.

In 1865 werd er een nieuwe brandspuit aangeschaft, die door kundige brandweerlieden moest worden bediend. De rotten hoefden niet meer als brandweer te fungeren, zo had Aarle-Rixtel ineens een brandweer.

Reglement van de Nachtwacht

Iedere man tussen 16 en 60 moest zich beschikbaar stellen en deelnemen aan de nachtwacht of een boete betalen van 1 gulden. De nachtwaker moest voorzien zijn van: een behoorlijke schiedgeweer, sabel of spade.

De rotten indeling

1796: 8 rotten: Couwenberg en Dorp, Rixtel en Opstal, Hoogstrijp, Laagstrijp, Overbrug, Kerkstraat, Hinderstraat, Broekkant [3] [4]
-1827: 7 rotten: (voor de aanleg van de Zuid-Willemsvaart)
1827- : 6 rotten: Rixtel, Heijkant, Kom, Kouwenberg, Strijp en Laar.
Vanaf 1888 werd er niet meer met de rotten indeling gewerkt, maar met de nieuwe indeling van de gemeente in Wijk A, B en C. Elk huis kreeg een wijk letter en huisnummer.

Bronnen

  1. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 113
  2. Van Aarle dit, van Rixtel dat, van alles wat 1979 blz 17
  3. Boek: Aarle-Rixtel tussen 1648-1810 1988 blz 5
  4. Van Aarle dit, van Rixtel dat, van alles wat 1979 blz 17