Slot ten Broecke

Uit aarlerixtelwiki.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Kasteel
Dorp: Rixtel
Gebouwnaam: het Slot van Rixtel / Slot der Pandheren van Aarle en Rixtel / het goed ten Broecke / Ten Broeke / het Slotje / het Slotje van Donkers.
Bouwjaar: Ongeveer eind 16e eeuw [1]
Gebied: Het Broekeling
Buurtschap:
Kadaster 1832: Sectie C perceel 423
Straat:
Postcode:
Afgebroken: voor 1799

Geschiedenis

Het leengoed Ten Broeke was in de 14e eeuw in handen van Dirk de Rover.
De naam Ten Broecke wordt alleen in de leenboeken gebruikt.
Hier verbleef tijdens Spaanse successie oorlog de Prins van Hessen Homburg in 1709. [2] Het nederhuijsinge moest het hooghhuijs wegen. Dat wilde zeggen dat men mocht gebruik maken van de percelen van het nederhuis om bij het hooghuis te komen. Het nederhuis was de hoeve de Rode Leeuw. Ten Broecke was een leen van de hertog van Brababant.

Bij de verkoop van 1717 word het kasteel omschreven: het vervallene casteelkens met den hof aent Slootie.

Het gezin Thomas Porters was tot armoede vervallen. Zodanig dat de kleinkinderen van Thomas Porters in 1731 toestemming kregen om langs de deuren te gaan bedelen.

Predikant Hanewinkel schreef in 1799: te Rixtel heeft nog een kasteel gelegen, met naam het Slotje, doch hetzelve is reeds sedert voorlang vernietigd, zijnde er niets als de gragten van overgebleven. [3]

Brock schrijft in 1825; (eerst noemt hij kasteel het Gulden Huis en de Kannelust); en nog zijn hier de grachten zichtbaar waarbinnen voorheen het Kasteel of Slot der Pandheren van Aarle en Rixtel gelegen heeft.

Dit slot ten Broeke in het Broekeling is het enige waarvan er in 1825 alleen nog maar de grachten zichtbaar zijn, hij moet het dus wel over dit slot hebben.
Dit slot was van de heren van Aarle en Rixtel namelijk de familie Rover. Dat klopt ook, en daarmee kan het dus zijn dat dit het oorspronkelijke kasteel was van de heren van Rixtel, nog voor dat ze naar het Gulden Huis verhuisden.
Ten Broecke ligt hoger dan het Gulden huis.
Ten Broecke ligt veel dichter bij de Kerk van Rixtel dan het Gulden Huis.

Brock noemt dit kasteel in 1825: gaands het Slot van Rixtel genoemd [4]

In 1832 waren de grachten nog intakt met het middendeel in gebruik als moestuin door de eigenaar Johan Andreas Lüngen.

Architectuur

Beschrijving van 1628,bij de dood van Thomas Paulus Conincx: het hoogh steenen huijs rontsomme omgraven ende omgracht sijnde metten neerhoff, schuer, stallinge ende boomgaert, metten hoeffve soe huijs ende schuere daer benedens gelegen.
Beschrijving in 1658: Hoogh steenen omgraven en omwatert huijs mette schuere, stallinge, brouwhuijs, brouwgetouwe hoff ende boomgart.


Bewoners

Dirk de Rover 14e eeuw
De Rover [5]
Van Bruheze [6]
Van Gerwen [7]
tot 1628 Thomas Paulus Conincx [8]
1673 Familie van Craenenbroeck [9]
1697- Thomas Porters
Gerardus Donkers (getrouwd met de weduwe van Thomas Porters)
1717- Hendrik van Ham
Draack
Johannes Cornelis van Ommeren
rond 1832 Johan Andreas Lüngen op de plaats van het kasteel was een moestuin
Johanna van Dooren
Johannes Verstappen
Godefridus Nooijen
Johannes Theodorus Nooijen
Adrianus Leonardus Loomans

Bronnen

  1. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 39
  2. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 104
  3. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 70
  4. Bock 1825 blz 169
  5. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 39
  6. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 39
  7. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 39
  8. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 39
  9. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 69,70