Pensionaat Mariëngaarde

Uit aarlerixtelwiki.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het pensionaat Mariëngaarde was een kostschool / pensionaat/ internaat van de Zusters van Tilburg in Aarle-Rixtel.

Opening: 1856
Telefoonnummer: In 1939 nummer 8 [1]
Adres: 1966 Bosscheweg 16 [2]
Gesloten: juli 1972 [3]

Geschiedenis

De doelgroep voor deze kostschool was in het begin meisjes uit de boerenstand, maar later ook meisjes uit de gegoede burgerij.

Jonge dochters uit de nette burgerstand afkomstig uit heel Nederland kregen er lager onderwijs en een goede katholieke opvoeding.

Er zijn ook regelmatig schipperskinderen. [4]

Eén keer per maand moeten de kinderen een brief schrijven aan hun ouders. De in en uitgaande post wordt altijd gecontroleerd.

Eén keer per trimester mag er bezoek komen van familie, men mag dan een wandeling door het dorp maken.

Vakanties: met kerstmis, met pasen en in augustus.

Moeder overste komt eens per maand de waarderingskaarten uitdelen. Heb je gemiddeld een 8 of meer dat is goud. Scoor je gemiddeld onder de 6 dan een zwarte kaart. Tussen zes en acht dan krijg je een rode kaart.

Van 30 september tot 3 december 1944 worden er geallieerde troepen ingekwartierd. [5]

In 1965 kreeg het pensionaat enkele meisjes uit het buitenland. [6]

In 1971 werd het pensionaat opgeheven. [7]
In juli 1972 werd het pensionaat opgeheven en gesloten om daarna omgebouwd te worden tot Kloosterbejaardenoord Huize Mariëngaarde

het gebouw

De eetzaal / refter: er staan lange tafels met banken aan elke kant. Op de vurenhoutenvloer is wit zand gestrooid.

Er is een gymlokaal, naast de gymzaal zijn er 8 pianokamertjes.

Er is geen centrale verwarming. Wel staan er in lokalen potkachels, niet op de slaapzalen. [8]

Slaapzalen: die zijn op de grote zolders. Ieder kind heeft een eigen gedeelte, genaamd een chambrette. Er staat een houten bed met stromatras en een met kapok gevulde peluw = kussen.

Boerderij

Er is een boerderij van het pensionaat. Daar werkt knecht Nol, hij verzorgt het paard en rijdt de koets. Er zijn ook koeien, varkens en kippen.
Eén keer per maand gaan de meisjes naar de boerderij en worden hun voeten gewassen. Er zijn lange banken met brede platte koperen kuipen met hengsel. Daarna knipt een zuster de nagels.

gymlessen

In het begin krijgen de kinderen les van een zuster. Ze moeten een touwtje binden om hun rok, om omhoog waaien te voorkomen. Als een gymleraar les geeft dan moeten de meisjes een zwarte directoire met pijpjes tot de knieën aan. Er is altijd een zuster aanwezig om toezicht te houden.

Personeel

rector pater Capucijn Desiderius (zeker 1932). Hij geeft godsdienstlessen, op zondag alleen bidden, lessen en heiligenlevens lezen.


Onderwijzers

Frans Bouwdewijs


Lijst van pensionaire / kostschoolleerlingen

Nelly Ruys uit Utrecht 1925- (zij is de bron van het hoofdstuk: een dag op de kostschool hieronder, en van vele dagelijkse verhalen)


Aantal leerlingen

1856 8 kostschoolkinderen [9]
1860 22 [10]
1870 40
1880 60
1890 73
1900: 120 leerlingen
1901 120 [11]
1943 186 [12]
1944 230 [13]
1944 622 (inclusief de Mariaschool) [14]

een dag op de kostschool

6:00 opstaan er is een ochtenbel op de knieën een gebedje zeggen, de blote voeten buiten het gordijntje dan weet de zuster dat je wakker bent
7:00 Heilige mis
ontbijt in de refter (refter = eetzaal)
na het ontbijt mogen de kinderen spelen
de ochtendles (met 10:00 pauze)
12:00 Diner (vaak hete bliksem = een stamppot van aardappel, appel en ui met een worst, zuring met krenten en vis op vrijdag. Op feestdagen is er pudding na, en soms een wafel)
spelen
School
spelen
het rozenhoedje bidden in de speelzaal
de kleintjes gaan altijd om 19:00 naar bed
de groten maken huiswerk en gaan om 20:00 naar bed

kleding

In de zomer dragen de kinderen katoenen hemdjes, katoenen broekjes met kantjes en voor- en achterklep en katoenen onderjurkjes met kant. Een losse zak met bandjes voor zakdoekjes enzovoorts. De mouwen moeten tot over de elleboog. En de jurken tot over de knie. Over de jurk komt een wit schort met vleugeltjes en kant. Een zwart schort, zwarte kousen en zwarte schoenen, een alpinopetje voor door de week en voor zondag een witte strooien hoed. Op zondag een zwart uniform met witte matrozenkraag en een witte bef.

verzorging

Wassen gebeurt aan lange tafels met daarin emaillen wasbakken. Het nachthemd moet aan blijven en mag alleen van boven losgeknoopt worden. De kinderen worden eens in de zoveel weken van onderen gewassen in bad.
Eens in de week wordt met een stofkam gecontroleerd op hoofdluis.


Bronnen

  1. Boek:Oorlogsjaren in Aarle-Rixtel 1994 blz 27
  2. Adreslijst 1-12-1966
  3. Gemeentegids 1971 blz 53
  4. Boek:Wijka-Wijkb-Wijkc Heemkunde Barthold van Heessel 2004 blz 51
  5. Boek:Oorlogsjaren in Aarle-Rixtel 1994 blz 144
  6. Boek:Aarlese mensen 2012 blz 104
  7. Boek:Aarlese mensen 2012 blz 104
  8. Boek:Wijka-Wijkb-Wijkc Heemkunde Barthold van Heessel 2004 blz 52
  9. Boek:Aarlese mensen 1992 blz 43
  10. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 123
  11. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 148
  12. Boek:Oorlogsjaren in Aarle-Rixtel 1994 blz 119
  13. Boek:Aarlese mensen 2012 blz 103
  14. Boek:Oorlogsjaren in Aarle-Rixtel 1994 blz 76