Heerlijkheid Aarle-Beek

Uit aarlerixtelwiki.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Heerlijkheid Aarle-Beek 1392-1641. 1641-1648 statenloos.

Geschiedenis

De heerlijkheid Aarle-Beek werd gecreëerd in 1392.
De heerlijkheid bestond uit 3 kernen: Rixtel, Aarle en Beek. (ieder had zijn eigen parochiekerk)

Hertogin Johanna van Brabant verpand op 15-11-1392 de hoge, middelbare en lage jurisdictie over de dorpen Rixtel, Aarle en Beek aan Dirk de Rover. Deze de Rover bezat al het kasteel van Rixtel. Daarnaast kreeg Dirk de Rover ook de heerlijke rechten van Stiphout, dat al een heerlijkheid was.

De protestantse Nederlandse opstandelingen veroverden Den Bosch in 1629. Den Bosch was het bestuurscentrum van de Meijerij. Omdat de heerlijkheid Aarle-Beek in de Meierij ligt raakte het direct betrokken bij het conflict. Na de verovering van Den Bosch claimde de opstandelingen het eigendom van de Meijerij, maar officieel hoorde de Meijerij nog steeds bij het Hertogdom Brabant, dat weer in bezit was van de Koningen van Spanje. De koning maakte plannen om heerlijkheden in de Meijerij te verkopen of opnieuw ter verpanden via het Brabantse leenhof in Brussel. Uiteraard waren de opstandelingen hierop tegen, en zij eisten dat de heren uit de Meijerij hun heerlijkheden opnieuw verpanden aan hun leenhof voor Brabant. De heren uit de Meijerij zo dus ook de heer van Aarle-Beek zaten tussen twee vuren. Aan wie zouden ze hun trouw betuigen?

In 1637 kreeg de heer van Aarle-Beek een aanmaning om zijn leen te verlaten, omdat hij niet had gereageerd op de oproepen van de Staten-Generaal van de opstandelingen om zijn leen te verheffen voor hun leenhof. De heer van Aarle-Beek in die tijd was Johan Oudart. Hij had de heerlijkheid in 1621 verkregen voor een termijn van 20 jaar, dus tot 1641. Hiervoor betaalde hij 200 ponden.

In 1642 zat de koning (Philips 4 van Spanje) in geldnood en besloot daarom om enkele heerlijkheden te verkopen. Hij verkocht: Beek, Stiphout, Nuland, Schilde, Heemisen, Westmalle en Neerijsse. Voor de heer van Aarle-Beek was dit een ingrijpende actie van de koning. Tot 1642 hoorde Beek bij Aarle-Beek dat verloor hij nu. En Jan Oudart verloor ook zijn heerlijkheid Stiphout waar ook nog eens het landgoed Croy bij werd gevoegd. De heer Johan Oudart hield alleen Aarle en Rixtel over! en de koning liet Aarle en Rixtel onverpand.

Aarle en Rixtel waren na 1642 twee dorpen die geen heerlijkheid meer was en dus geen trouw hadden beloofd aan de opstandelingen of aan de koning. De dorpen waren dus in feite statenloos, zonder landelijke overheid tot de vrede van Munster werd gesloten op 15-5-1648. Met deze vrede werd het gebied van de opstandelingen erkend als een nieuwe soevereine staat. Ook de Keizer erkende dit waardoor het nieuwe erkende land van de voormalige opstandelingen totaal onafhankelijk werd. De republiek was geen verantwoording meer schuldig aan de Spaanse Koning of aan de Heilig Roomse Keizer.


Het bestuur en functionarissen van de Heerlijkheid Aarle-Beek

De Schepenbank.

De secretaris.

De vorster.

2 borgemeesters voor Aarle en Rixtel.

De schutter.

Heren en vrouwen van de Heerlijkheid

Lijst van heren en vrouwen van de heerlijkheid Aarle-Beek

de heerlijke rechten

Het jachtrecht was al sinds 1386 in de handen van de bevolking van Rixtel, Aarle en Beek, en niet in handen van de heer.
15-11-1392: Dirk de Rover verkrijgt de Hoge, Middelbare en Lage jurisdictie van de heerlijkheid Stiphout en de nieuwe heerlijkheid Aarle-Beek. (Aarle, Beek, Rixtel) Verpanding. [1]

Functionarissen van de kern Aarle

2 kerkmeesters voor Aarle [2]
2 heilige geestmeesters voor Aarle

Functionarissen van de kern Rixtel

1 kerkmeester voor Rixtel
1 heilige geestmeester voor Rixtel

Bronnen

  1. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel Jean Coenen 1992 blz 26
  2. Boek:van Ricstelle tot Aarle-Rixtel. Jean Coenen 1992 blz 48